Vanaf 1 april
zwelt ons durp stevig aan met tijdelijke
inwoners. Mensen die dan graag ien ons durp
willen wonen, recreëren en boodschappen doen.
Wat trekt ze naar Gendt? Om antwoord te krijgen
zoekt GuG deze mensen op. In hun caravan, tent,
camper, stacaravan of huurchalet op Camping
Waalstrand van Roger Cornelissen en Anciëlla
Tap.
Keuvelen met Theo
en Jacqueline de Bruin
Op zoek naar onze
gasten is Camping Waalstrand tot op de laatste
staanplaats volgeboekt. Een plek aan de
waterkant is het meest in trek. Lukt dat niet,
dan is de tweede of derde ring vaak geen reden
om niet naar de Gendtse riviercamping te komen.
Roger en Anciëlla weten dat vaste gasten graag
terugkomen. Uit heel Nederland, tot ver in
Duitsland. Uh, het huis van Theo en Jacqueline
staat in Nijmegen!
Een gemoedelijk onder-ons-gesprek. Gendt is nog
een rustig dorp dat niet wordt opgeslokt door de
stadse hectiek, zegt Theo. “Ik hoor hier niet zo
erg veel loeiende sirenes van politie en
ambulances.”
Boel de boel
Theo (69) geniet
met volle teugen van zijn pensioen. Zijn vrouw
(63) mag nog even werken. Als het even kan zijn
ze in het campingseizoen in Gendt. Om de boel de
boel te laten, zegt Theo ontspannen.
De Bruintjes uit
Nijmegen staan met hun caravan voor het vierde
jaar op Camping Waalstrand. Nu hebben ze een
vaste plek in het kleine straatje aan de
waterkant. Iedereen kent elkaar, vertelt
Jacqueline. Naast hun staat de caravan van zijn
broer Hans en zijn vrouw. Ze kwamen eerst op
visite en waren daarna ook verkocht aan de
riviercamping.
Veel campinggasten
kennen elkaar, vult Theo aan. Niet dat ze elkaar
dagelijks opzoeken, maar elkaar kennen en
begroeten maakt het leven op de camping best
aangenaam. Bovendien zijn de campinggasten van
‘iets oudere’ leeftijd die voor de rust komen.
Op de camping ervaart Theo dat zijn leven in de
eerste versnelling staat. De boel de boel laten.
Omdat hun thuisbasis Nijmegen is, krijgen ze
regelmatig bezoekjes van bekenden. Kennissen en
familie uit Nijmegen, Arnhem en Lingewaard. Ze
komen graag buurten. Geen dag is hetzelfde, legt
hij uit. “Je krijgt zomaar bezoek van iemand van
Groeten uit Gendt die wil praten over het
verblijf in Gendt.” |
De kennismaking
met Camping Waalstrand berust een beetje op
toeval en noodzaak. Omdat de moeder van
Jacqueline ziek was en aandacht vroeg, zochten
ze voor hun vakantie een camping dichtbij huis.
De rivier en de centrale ligging hebben in hun
keuze de doorslag gegeven. Ze heeft op het
kantoor van de NYMA in Nijmegen gewerkt. Het
uitzicht op het water is haar altijd als een
positieve ervaring bijgebleven.
|
Onder de gasten
van de camping is de Waal misschien wel het
meest besproken onderwerp. Theo lacht. “Het
heeft echt zoveel aantrekkingskracht.” En wat de
werkelijke reden is moet ook hij naar gissen. Op
dat moment komt het motorvrachtschip
Estate voorbij waren. De joekel van een
schip is een koppelverband, dat wil zeggen met
twee schepen achter elkaar. De 2 Caterpillar van
ruim 1500 PK elk zorgen voor behoorlijk wat
decibels om de volgeladen scheepsruimen met
containers stroomopwaarts te duwen. Waarom maakt
een schip op de rivier geen herrie en een
vrachtwagen op de weg wel. Een vraag die snel
wordt beantwoord. Nou, zegt Theo, ’s nachts word
ik van het geronk vaak wakker. De hilariteit
groeit. Theo gaat er voor zitten. “Je hoeft deze
mooie camping niet te positief omschrijven. Dan
breng je alleen maar nog meer mensen op het
idee.”
Theo heeft
eigenlijk geen verklaring voor de
aantrekkingskracht van de Waal. Hij tuurt vanuit
de voortent met een schuine blik over het water
en zegt: “Moet je eens kijken. De boten varen
heen en weer. En dat is het dan.”
Jacqueline en Theo
zijn ervaren kampeerders. Ze hebbend de hele
ontwikkeling meegemaakt. Vanaf een tweepersoon
tentje. Toen was het nog echt kamperen, mijmert
Theo vanuit zijn comfortabele tuinstoel. Toen
was kamperen nog zonder overbodige luxe zoals
nu, zegt hij op stoere bijna jongensachtige
toon. Voor de tent werd op een 1-pits
primustoestelletje eten gekookt, zo laat hij
merkbaar graag weten. ”En als het vlees in het
gras was gevallen werd het weer gewoon terug in
de pan gelegd.”
Luxe
De bezoeker kijkt om zich heen. In de voortent
ontbreekt het de Nijmeegse Bruintjes aan niets.
Er staat zelfs een oventje. De stoerheid
verdwijnt als sneeuw voor de zon. Ook wij kunnen
op de camping niet meer zonder onze luxe
voorzieningen, verzucht Theo. Afbakbroodjes uit
de oven zorgen wel voor een lekker
ochtendontbijt, zo klinkt het bijna
verontschuldigend. Het gesprek mondt uit in het
ontbreken van een bescheiden campingwinkel, waar
je in ieder geval vers brood kunt kopen. Maar
dat weegt volgens Theo niet op tegen de rust van
een relatief kleinschalige camping. Boodschappen
doen ze wel in het dorp, is het devies.
Eigenlijk hebben we alles dichtbij, vertelt hij.
“En als we uit eten willen gaan we op het
terras van Hans en Ingrid zitten. Dichtbij,
eenvoudig maar erg lekker.”
|