Iedere maand klopt
GuG ergens in ons zorgcentrum St. Jozef aan voor
een gesprekje. Zomaar een gesprekje met een
bewoner. Dankzij Bloemsierkunst de Gent mag GuG
de bewoner verrassen met een fleurig boeketje.
Ze is regelmatig de hort op. Om niet voor een
gesloten deur te komen is een afspraak dan ook
haast onvermijdelijk. Als het zover is staat de
deur al gastvrij open. Toch maar aanbellen. Hoi
Sjaak, kom binnen, roept een enthousiaste stem.
Annie Lentjes stapt achter de rollator met een
stralende glimlach haar bezoeker tegemoet.
Dankzij de Gent maakt GuG een goede beurt. “Wat
een prachtig boeket. Ik zal ze meteen in het
water zetten.” Hulp heeft ze niet nodig. Annie
blijkt een liefhebber van bloemen. Uit de kast
vol met vazen, grijpt ze een geschikt exemplaar.
“Een bloemetje op tafel maakt het zoveel
gezelligger in huis.”
Wil je aan de grote tafel zitten of hier, vraagt
ze. Als de bezoeker de keus aan de gastvrouw
laat, wijst ze me naar de tweezits. “Dit is mijn
plekje” en ze vlijt zich genoegzaam in de
centraal gelegen fauteuil met uitzicht op de
Poelwijklaan.
Zelfstandig
Annie Lentjes (82) zit er monter bij. Haren
goed, nagels gelakt en vlot gekleed. Ze oogt
zeker niet als een gebrekkig omaatje in een
bejaardenhuis. Met de scootmobiel rijdt ze door
Lingewaard. De Regiotaxi is voor langere
afstanden en de avonduren. Voor iets meer dan
een euro is ze met de taxi bij haar dochter in
Angeren, zegt ze om aan te geven dat ze nog
zoveel mogelijk zelfstandige door het leven kan
gaan. En dat heeft een reden. Ze heeft geleerd
voor haarzelf op te komen.
De Bemmelse trouwde met Gerd Lentjes uit
Haalderen. Samen dachten ze een mooi bestaan op
te bouwen. Door een ongeluk met de vrachtauto
was haar man op 39 jarige leeftijd al
arbeidsongeschikt. Dit had natuurlijk grote
financiele gevolgen voor het gezin. Aan de muur
hangt een tekening van Gerd. Ze fleurt op als we
samen naar de foto kijken. “We zijn al 63 jaar
getrouwd.” Op het bijzettafeltje staat een klein
fotolijstje. Een fris bloemetje verraadt dat
Gerd volop aandacht krijgt. Annie knikt met een
stralend gezicht. Als ze thuiskomt, moet ze
altijd even een gesprek met hem voeren.
|
|
Gesterkt
Annie Lentjes bleef achter als moeder
van drie kinderen. Het zorgde voor een
ommekeer in de huishouding, zegt ze
zonder dramatisch te doen. Eerder
gesterkt. “Ik heb tot mijn 73-ste als
poetsvrouw gewerkt.” Ondertussen laat ze
de sores haar leven de revue passeren.
Haar zoon overleed veertien jaar geleden
op 44-jarige leeftijd. Ze is meerdere
keren in het ziekenhuis opgenomen voor
haar heupen, knieën en schouders.
Aan de muur hangt een tafereel van Het
Laatste Avondmaal. Als Annie de vraag
wordt gesteld of ze gelovig is, kijkt ze
de bezoeker indringend aan. “Eigenlijk
snap ik niet dat ik er zo uit ben
gekomen. Het geloof is wel minder
geworden.” Maar kniezen is niet de
oplossing, laat ze met nadruk merken. Ze
mag terugvallen op een hechte familie
die elkaar nog regelmatig ziet. Eens in
de 2 jaar gaat ze met familieleden voor
een paar dagen eropuit.
Je moet er zelf iets van maken, zegt ze
ook tegen haar medebewoners. “Ik zeg
altijd, zie je niks, dan hoor je niks.
Ontmoet elkaar. Ik doe zoveel mogelijk
aan alles mee.” Ze heeft het hier nog
nooit zo goed gehad, vertelt ze met een
dankbare blik.
Om bij een bewoner ‘spontaan’ aan te
kunnen kloppen, krijgt GuG ondersteuning
van activiteitenbegeleidster Rikie
Rosmulder. Zij organiseert het gesprek.
Dat de keus op Annie viel was omdat ze
samen met wijlen Nico Veldkamp in een
kaartclubje zat Tijdens de
afscheidsdienst twee jaar kreeg ze van
de familie een herinnering. Ze was zeer
verrast. “Ik gebruik de kaartcenten van
Nico nog steeds.” Want kaarten is één
van haar geliefde bezigheden. Of ze de
‘nalatenschap’ heeft kunnen vergroten,
kwam in ons gesprekje niet aan de orde.
Sociaal
Haar sociale omgang met mensen loopt als
een rode draad door ons gesprekje. Ze is
graag onder de mensen. Als het nodig is
doet ze de was van medebewoners. “We
zijn allemaal buren van elkaar.” Haar
kamer staat open voor iedereen. Dat
heeft ze van haar moeder, weet Annie.
“Als vroeger bij ons thuis onverwacht
iemand bleef eten, dan zei mijn moeder
altijd, dan doen we toch wat meer water
bij de jus.”
Ze maakt van haar sociale hart echter
geen moordkuil. “Mensen moeten eerlijk
tegen elkaar zijn en mekaar niet
besodemieteren.” De ogen blikken
ernstig. “En als het nodig is dan moet
je kunnen zeggen waar het op staat.” Te
veel mensen houden dan hun mond, vindt
Annie . De vrouw die heeft geleerd voor
zichzelf op te komen, staat weer op.
“Als je iets op te merken hebt dan moet
je dat ook zeker zeggen.” Het
gezamenlijk eten neemt ze als voorbeeld.
Het gros zegt aan tafel niets als er
iets niet bevalt. “Als bijvoorbeeld het
vlees niet goed is gebakken dan zeg ik
er iets van.”
Mijn stekkie
We komen terug op het wonen in St.
Jozef. Ze wil graag iets kwijt. “In 2014
ben ik ben ik bij Zorgcentrum St. Jozef
gekomen. De zorg is super is. Een
luisterend oor en bijna alles
bespreekbaar is. Ja, ik heb mijn stekkie
gevonden.”
Het is bijna halfdrie. Tijd om Annie te
bedanken voor het gesprekje. Het
gekeuvel gaat echter onverdroten door.
Ook tijdens de fotosessie. Vanuit
verschillende hoeken gaat Annie op de
foto. Verschuivingen in het interieur
zijn geen enkel probleem. Ze wil wel het
resultaat zien. ”Ja, die is mooi, samen
met mien hele huushouwing op de foto.”
|