GuG
klopt ergens in ons zorgcentrum St.
Jozef aan voor een gesprekje. Zomaar een
gesprekje met een bewoner. Dankzij
Bloemsierkunst de Gent wordt de bewoner
dan verrast met een fleurig boeketje.
Mijn vaste steun en toeverlaat is
activiteitenbegeleider Rikie Rutten. Zij
brengt elke keer een bewoner van St.
Jozef aan voor een gesprekje. Dit keer
een uitdaging bij voorbaat. “Ik heb
mevrouw Greet Lentjes - Willemsen
bereidt gevonden voor een interview met
jou. Ze is alleen niet zo dol op
bloemen.”
Vorig jaar heeft GuG een gesprekje gehad
met haar zus Loes. Voordat de bezoeker
bij Greet voor de deur staat gaat de
gedachte terug naar haar aardige zus.
Loes is me bijgebleven als het zonnetje
in huis van St. Jozef. Tijdens ons
bezoek haalde ze meteen een vaas uit de
kast. Ze vond het een prachtig boeket
zei ze op dankbare toon.
Reuring
De kamerdeur van Greet staat op een
kier. Drukke stemmen komen de bezoeker
tegemoet. Mijn eerste indruk laat een
andere inrichting zien dan bij Loes. Er
hangen meer foto’s aan de muur en de
volle tafel bewijst dat in deze kamer
veel reuring is.
De huishoudelijke hulp Angelique
Strijland is bijna klaar met haar werk.
Greet ontvangt de bezoeker met de nodige
hilariteit. Ze kletst aan één stuk door.
Dan met de bezoeker, dan weer met Rikie
Rutten en dan tegelijk met Angeligue.
Grappen en hilarische verwensingen
volgen elkaar is rap tempo op. Het is
meteen een gezellige en dolle boel.
|
De Jozefcatering staat toevallig op de
gang en brengt de bezoeker een kop thee.
Greet ziet dat en duik in de kast op
zoek naar een lekkere koek. Angelique
ontkomt niet aan de gastvrije greep van
Greet. Ze kan niet weg zonder
chocolaatje.
In het gezellige rumoer heeft Rikie kans
gezien een vaas te bemachtigen. Het
breiwerk op tafel wordt aan de kant
geschoven om ruimte te maken voor het
fleurig boeketje van de Gent.
Muuleke
Ook als we met zijn tweeën zijn, blijft
het ‘muuleke’ van Greet Lentjes (92) nog
een poosje in een kostelijke ratelstand.
Met enthousiasme én trots praat ze over
haar kinderen. Ze hebben allemaal een
goede baan. Marijke (63) woont in Gendt,
Eef (62) in Frankrijk en Lia (61) in
Amerika. Ze heeft er geen moeite mee dat
slechts één dochter dichtbij woont.
Greet belt veel met haar kinderen en
kleinkinderen. Ze had als kind ook de
wijde wereld willen zien, legt ze
eerlijk uit. “Ik wou van huis weg om in
betrekking te gaan in Hilversum.” Maar
dat zagen haar ouders he-le-maal niet
zitten. |
Als 16-jarige geboren en getogen Gendtse
meid, heeft ze toch een tijdje buiten de
dorpsgrenzen mogen wonen én werken. Maar
dat was wegens de evacuatie die het
gezin Willemsen naar Friesland bracht.
Ze kreeg als Rode Kruis medewerker een
baantje op een artsenpost. Ze lacht al
bij voorbaat als er alwéér een heerlijke
anekdote aankomt. Ze heeft in Friesland
haar eerste vriendje leren kennen. In
een kippenhok.
|
De rust krijgt de overhand. Greet wijst
de bezoeker er op dat hij nog geen
koekje op heeft. Ze is een beetje uit
haar doen. Loes ligt in het ziekenhuis.
Meer informatie is er niet. Toch krijgt
het geen vat op haar opgewekte
levenshouding.
En dan het boeketje. Ze houdt wél van
bloemen, zegt ze. “Het is hier al zo
druk. Ik heb gin plèk vur bloemen.”
Misschien gaat de bos naar Bets Boerboom
in de Groenestraat.
Na 56 jaar ‘schandalen’ nog steeds haar
beste vriendin, zegt ze met een lach.
“Gewoon leuk.” Regelmatig rijdt ze op
haar ‘Ferrari’ naar de Groenestraat. De
volgende anekdote dient zich aan. Met
haar scootmobile heeft ze op de
driesprong Dorpstraat, Kapelstraat,
Hegsestraat een ongeluk gehad. Bij
Looman, zegt ze om precies te zijn. Door
een abrupte manoeuvre ging het fout.
“Met mijn Ferrari hing ik opeens scheef.
En fláts, daar lag Greet.” Ze wijt het
ongeluk aan het uitwijken voor een auto.
“Ik ga vanaf die tijd voor niemand meer
aan de kant.”
Ons gesprek komt uit op het
zorgcentrum. Net als bij de vorige
gesprekjes in St. Jozef kijkt Greet op
de klok. Het is bijna 12 uur, etenstijd.
”Het eten is hier zo goed. Ik lus alles.
Ik kan er niet tegen als mensen aan
tafel over het eten zitten te zeuren.”
Greet heeft het duidelijk naar haar zin.
Het ‘huk’ weleens geeft ze toe. “Maar
dat gé bij sommige minse met een hoop
genöl. En da’h kan ik gewoon nie tege.
Het is best leuk hier.”
Als de bezoeker vraagt om voor de foto
bij het boeketje te poseren, lijkt de
kamer te klein. “Ik heb me nog nooit dur
een kjèl laote commendiere.” Ze lacht,
voor deze bezoeker maakt ze een
uitzondering.
En dan gaat de telefoon. Na een gesprek
van een paar minuten snelt ze blij de
slaapkamer uit. Haar zus is ontslagen
uit het ziekenhuis. “Dit boeketje gaat
naar Loes”, zegt ze opgewonden. |