GuG klopt
ergens in ons zorgcentrum St. Jozef aan
voor een gesprekje. Zomaar een gesprekje
met een bewoner. Dankzij Bloemsierkunst
de Gent wordt de bewoner dan verrast met
een fleurig boeketje.
De
kennismaking met Annie Rosmulder (87) is
bij de balie van Hof van Breunissen.
Samen met de Gendtse verpleegkundige
Thea Reulink komt ze aanrijden. Hallo,
ik ben Sjaak Veldkamp, zegt de bezoeker
als kennismaking. “Ja, dat wit ik wel”,
zegt ze adrem. Het gesprek kan
plaatsvinden in het restaurant, haar
kamer of de gezamenlijke huiskamer van
de verpleegafdeling somatiek. De ruimte
en de huiselijke sfeer wint, maar in
haar kamer wordt eerst een vaas gezocht
voor het mooie boeket.
Ze heeft wel de gróótste slaapkamer,
laat ze met een ondeugende glimlach
weten. Omdat een rolstoel meer ruimte
vraagt was ze blij met grote kamer
verhuizen. Maar voor een ontmoeting met
een stoel extra en het nachtkastje voor
de koffie, blijft een gesprek een gedoe.
Voor een kop koffie met andere gasten
gaat Annie ook graag naar het
restaurant. Maar nu naar de huiskamer.
Het is
kwart over elf. De bewoners zitten
rondom een grote tafel, al dan niet met
elkaar in gesprek. Personeel zorgt voor
de meeste reuring. Wij kiezen voor de
ruimte ernaast waar bewoners over drie
kwartier aanschuiven voor de
gezamenlijke lunch. Uiteraard geldt ook
hier de ongeschreven wet van St. Jozef,
rond de klok van 12 is het etenstijd!
Een gesprekje waar bij vlagen het Gèndts
niet ontbreekt. Niet vreemd, als je
bedenkt dat ze zestig jaar geleden is
getrouwd met Hènt Rosmulder. In een
dubbelwoonhuis op het Hogeveld met zijn
tweelingbroer Jo. Plat praote was de
voertaal in Flieren. Dertig jaar geleden
is haar man overleden.
Toldiek
Zelf kwam
ze ook uit een buitengebied. Uit
Toldijk. Wellicht zag ze mijn vragende
ogen. “Toldiek lig ien de buurt van
Zutfe”, zo is haar uitleg. Daar hebben
ze elkaar ontmoet. Tijdens de
koffietafel van een begrafenis! Annie
was meteen verkocht. De jongen uit Gendt
was haar de eerste grote liefde. Voor
die tijd heeft ze één of twee
‘scharreltjes’ gehad.
De afstand tussen Gendt en Toldijk was
voor de tortelduifjes geen belemmering.
Het was wel ruim twee uur fietsen, maar
beter dan met de bus. Een reis met
verschillende overstaphaltes. En dat was
nog niet het grootste probleem, verklapt
Annie. “Ik was altied meteen wageziek.”
Ze weet nog dat ze na amper een kwartier
met een bruine papieren zak voor haar
mond zat.
Ze praat
met een zachte en lieve stem. Er
verschijnt zelfs regelmatig een glimlach
op haar gezicht. Ook als het verhaal een
somber verloop heeft. Klagen is er niet
bij. Dat ze in een rolstoel zit heeft
alles te maken met het probleem van
ouderen. Een valpartij. Toen ze ’s
avonds gewond op de vloer in haar
seniorenwoningen lag, kon ze met moeite
bij de telefoon komen om haar dochter
Annemiek te bereiken. Een ambulancerit
naar het ziekenhuis was meteen het
abrupte afscheid van zelfstandig wonen.
Glimlach
Na ontslag uit het ziekenhuis kan ze
niet meer terug naar de Bernhardstraat.
Er volgt helaas opname in verpleeghuis
Kalorama, want in St. Jozef was geen
plaats. En dat was niet helemaal fijn,
zegt Annie. De afstand van haar
vertrouwde omgeving was groot. Na 4
maanden was de ellende voorbij. “Mijn
kinderen hebben me weer in Gendt
gekregen.” En hoe is het om weer terug
ien ons durp te zijn, vraagt de
bezoeker. Eerst verschijnt haar
alleszeggende lieve glimlach. “De hemel
op aarde!” |
En de
hemel bestaat volgens haar uit fijn
personeel en medebewoners uit Gendt om
haar heen. Activiteiten zijn er genoeg.
Elke dinsdag een wandel- rolstoeltocht,
donderdag voor de bingo naar de soos.
Vrijdag rummicub en om de twee weken
naar de kapel om ‘de dag door te
komen’. Ze kan zichzelf vermaken met
krantje lezen of te puzzelen.
En niet
echt onbelangrijk, haar kinderen Willy
en Annemiek en schoonzus die regelmatig
op bezoek komen. Annemiek haast
dagelijks vertelt ze. Haar dochter uit
Angeren werkt al 17 jaar bij St. Jozef
en komt als het even kan komt ze na haar
werkdag even buurten.
Bezoek
Bij
zoonlief Willy ligt het anders, zegt ze
voorzichtig. Vanwege zijn werk kan hij
niet dágelijks op bezoek komen. En als
hij komt! De ogen van Annie verraden bij
deze opmerking herkenning. Zijn rappe
kwebbel zorgt meteen voor een andere
sfeer in het verpleeghuis. Als de
bezoeker doorborduurt op het reilen en
zeilen van Willy Rosmulder, wordt een
trotste snaar geraakt. Zijn carrière als
raadslid en wethouder. Al de
krantenknipsels over hem gingen in een
plakboek. Met spijt zegt ze dat het boek
met de ontruiming van haar huis is
zoekgeraakt. Navraag bij de familie.
Haar plakboek wordt ge-koes-sterd!
De reuring
van het personeel verplaatst zich
druppelsgewijs naar onze tafel. Ja hoor,
want het is kwart voor twaalf.
Ons
gesprekonderwerp verschuift automatische
naar het eten. Om even teug te komen op
haar zoon Willy. Bezoeker weet dat Willy
er een Bourgondisch leven op na houdt.
Annie knikt als een herkenbaar gegeven.
Als lid van de Gentenaren is hij voor
het haringhappen dé bezorger van nieuwe
haring. Als vrijwilliger bij parochie
Gendt zorgt Willy voor de jaarlijkse
vrijwilligersavond steevast voor de
catering, inclusief nieuwe haring. En
dat lust Annie ook wel, verklapt ze met
een lieve lach. En bij een spelletje
rummikubben is het niet verkeerd een
advocaatje op tafel te hebben. Een jonge
jenever mag ook.
Bietjes
Het eten
van het huis is ook prima, laat ze de
bezoeker weten. “Ik lus alleen gin
spinazie.” Maar dat wordt opgelost
doordat bewoners kunnen kiezen uit twee
soorten groenten. Het middageten bestaat
vandaag uit soep en brood. Vanavond
wordt voor de 87-jarige tevreden Annie
Rosmulder bietjes en een lekkerbekje
opgediend.
Om ruimte te maken voor de lunch gaat
het boeketje van tafel. Gaat het een
algemeen boeketje in de gezamenlijke
huiskamer worden? Waar wilt u het
boeketje hebben, klinkt de vraag van de
verzorgende. “Op mijn kamer”, antwoordt
ze direct. Voor een boeketje is altijd
plek, desnoods op het nachtkastje.
|