Ons volkslied

Vrienden GUG

Info voor toeristen

    0481-421408 06-1387 66 24

   
 
   
Gesprekje met  Jan Venselaar

terug naar Vépé

 
Iedere maand klopt GuG ergens in ons zorgcentrum St. Jozef aan voor een gesprekje. Zomaar een gesprekje met een bewoner. Dankzij Bloemsierkunst de Gent mag GuG de bewoner verrassen met een fleurig boeketje.

Dagblad De Gelderlander ligt opengeslagen op tafel als de bezoeker met Rikie Rosmulder binnen komt. Er volgt een hartelijk ontvangst. Jan Venselaar laat met een vriendelijke handdruk merken gesteld te zijn op het bezoek. De bloemen gaan op advies van Rikie meteen in een grote vaas. Als het aan Jan had gelegen had dit werkje kunnen wachten totdat één van zijn kinderen op bezoek was gekomen. Over voldoende bezoek heeft hij niets te klagen, laat hij graag weten.

De tafel bij het raam oogt als hét plekje waar Jan overdag graag vertoeft. De binnenvallende zon zorgt voor een zomerse sfeer. De kranten nemen de nodige ruimte in beslag. Op de stapel ligt de tv gids Televizier. Maar er ligt ook een vergrootglas. “Ik heb met een oog een fats gehad.” Soms biedt het vergrootlas uitkomst. Maar dan leest hij net zo snel als een klein blaag, weet Jan te vertellen. Zijn opgewektheid heeft er duidelijk niet onder geleden.

Jan Venselaar volgt het nieuws over wat er om hem heen gebeurd. Het Gelders nieuws heeft zijn voorkeur. De digitale radio staat altijd afgestemd op Radio Gelderland. Op de achtergrond van ons gesprek is presentator Rob Kleijs van het programma Op de koffie hoorbaar. Lus je wat te drinken, vraagt Jan als het gesprek al volop aan de gang is. Want aan gesprekstof is geen gebrek. De bezoeker krijgt nauwelijks de gelegenheid om hem te bevragen over zijn verblijf in het ‘bejaardehuus’. Zeker als de bezoeker zijn oog heeft laten vallen op een foto van de schutterskoning 2018.

Ik bun 95

Mark is de derde Venselaar die schutterskoning is geworden, laat Jan vol trots weten. Uit een echte schuttersfamilie Zijn broer Wim is de oom van Mark en de zoon van Wilbert, het tweede Venselaartje die ook schutterskoning is geweest. Om zijn bescheidenheid te doorbreken vraagt de bezoeker of zijn informatie klopt dat deze man ook schutterskoning is geweest. Jan beurt op. “Jazeker, da’s is alweer 68 jaar terug. Lang geléje, want ik bun nou 95”, zegt hij met een brede glimlach.


Mark had dit jaar bij het koningschieten geen enkele tegenstander. Toen was het nog een echte strijd, mijmert de oud koning. “Wij waren met een ploeg van zeuve kjè
ls.” Het bleken 7 ‘losbandige’ jonge mannen te zijn. Een van hen was zijn zwager Hent van Moerkerk. We zaten ien de kroeg, begint Jan zijn relaas. “Met een borrel te veul op beslote we mee te doen.” Of het écht zijn bedoeling was om de vogel van de mast te knallen, werd tijdens ons gesprek niet over gerept. Wel dat Jan Venselaar met succes onder de mast stond, zonder dat zijn vrouw Truus er weet van had. In de Diekstraot zou in huize Venselaar best flinke bonje geweest kunnen zijn. Jan bevestigt de conclusie. “Feitelijk wel.”

Jan Venselaar was de eerste schutterskoning van gewone komaf. Het koningschieten was in die tijd voor de notabelen.
Ons gesprek gaat ver terug. Hij was de oudste zoon in een gezin van 4. Hij geniet er zichtbaar van om zijn herinneringen te delen. “Ik was een blaag van 14 toen ik op de steenfabriek moes werken.” Na de oorlog kon hij in de bouw beginnen. Bij Toon Nissen kon hij als opperman aan de slag. “Ik was best wel een bietje handig”, zegt hij op bescheiden toon. Het duurder dan ook niet lang of Jan Venselaar was metselaar.
 

Verpleegsters

Tijden veranderen. Het koningschap van Mark wordt uitvoerig belicht. Wat is gebleven is, volgens de rebelse koning, de gezellige kermissfeer. “Nu was er alwjèr één kandidaat. Maar ik heb gezien dat ze op de kermis net zoveul schik hebben als vroeger.”

En dat heeft hij op kermismaandag onder lijve mogen ervaren. Het was niet zijn bedoeling om naar de schutterstent te gaan. Het aanbod van zijn familie had hij afgeslagen. Te druk, was zijn excuus. De ‘verpleegsters’, zoals hij zegt, hadden voor hem samen met ze een bezoek aan de tent geregeld. We krége bij de tent een speciale iengang op ziet, vertelt hij met een armgebaar.

De volgende ervaring zal hem lang bijblijven. Hij kwam terecht in een propvolle tent met lallende kermisgasten, die een pad vrijmaakte voor de oud koning. En toen zag hij zijn broer Wim (89) die met tranen op de troon stond. Een kermis om nooit meer te vergeten.
 

Jan Venselaar heeft zijn wortels diep in Gendt liggen. Op zijn kamer kijken we naar buiten. Met een beetje fantasie is ons uitzicht op de Poelwijklaan. Tijd om te mijmeren. Vroeger was de grond tot de Kommerdijk in bezit van de familie Breunissen. Er stonden kersenbomen, kan Jan zich herinneren. Geboren in de Kommerdijk weet hij nauwgezet het vroegere straatbeeld te verbeelden. Inclusief de bewoners. Met naam, toenaam én bijnaam. Iedereen had vroeger een bijnaam, legt Jan uit. Zelf is hij hiervan verschoont, meent hijzelf. Met een lichte aandrang komt de bijnaam van opa Venselaar uit de mouw. Dorus was schoenhersteller en ging het dorp door als Dorus Schoes.

Eigenlijk had Jan geen behoefte om naar het ‘bejaardehuus’ te verkassen. Na het overlijden van zijn Truus verhuisde hij van de Dijkstraat naar de Gerwardstraat. Hij had het er daar prima naar zijn zin, zegt hij. Met thuishulp ging het hem daar prima af. Hij kon zelf zijn potje koken, laat hij de bezoeker met een glimlach weten. Totdat twee valpartijen de toekomst in war stuurde. De laatste keer heeft hij ’s nachts 3 uur op de grond gelegen. Een ziekenhuisopname was het gevolg. Aan het zelfstandig wonen kwam noodgedwongen een einde.

Brutselen

Op de vraag hoe het in St. Jozef gaat, knikt hij instemmend. De glimlach verraadt de inleiding van een ondeugend antwoord. “Ik vuul me hier wjèr een stuk jonger.”

Toch mist hij wat in St. Jozef. Als een van zijn kinderen in de Gerwardstraat op bezoek was, ging de diepvries open voor friet. Dat mis ik wel, zegt hij met een zucht. Ik kan hier ‘s avonds niets meer brutselen.”

Als het over eten gaat, heeft Jan Venselaar al vijf keer op zijn horloge gekeken. Na een aantal gesprekjes met een boeketje gevoerd te hebben weet de bezoeker zijn plaats. Het afscheid is aangebroken. Jan trekt zijn schoenen aan en stiefelt achter zijn rollator de gang door.

Onderweg komt hij Annie Lentjes tegen. Ze lopen samen op. “Het is weer file voor de lift” schalt ze door de gang. Er is nog één lift te gaan. Jan neemt plaats op zijn rollator en hoort de dames gelaten aan.“ Het is zo’n lieve man”, weet Annie. “St. Jozef kan niet zonder onze Jan.”

 
 
 
 
 
 
GuG bezoekt elke maand een bewoner van zorgcentrum St. Jozef voor gezellig gesprekje. Dankzij Bloemsierkunst de Gent komt GuG met een boeketje!
 

Foto Bestellen 

 
 

 

 

 

 

 
 
 

Archief  boeketje