|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Conciërge Arno Kruip gaat
onverdroten door. |
|
Vier
dagen zijn de scholen op slot. Scholen
en vooral niet te vergeten de ouders
beginnen aan de situatie te wennen.
Althans, het begint langzaam neer te
dalen waar ons land in is terecht
gekomen.
Veel
achtstegroepers zullen een gat in de
lucht springen. Er komt dit schooljaar
geen eindtoets, zo heeft minister Arie
Slob besloten. Leraren hebben hun handen
al vol aan de opvang van kinderen en het
organiseren van afstandsonderwijs voor
thuiszitters.
Per school
zijn er de afgelopen dagen gemiddeld 5
kinderen opgevangen van ouders met
vitale beroepen. Precies het aantal van
IKC de Tichelaar. 4 basisschoolkinderen
en 1 kind wordt bezig gehouden op de
opvang.
GuG op bezoek. Waar normaal kinderen
door de gang rennen, is doodse stilte.
De aula is het centrum van samenkomst en
cultuur, maar voor het podium hangt een
rood-witte ketting. De aula is vandaag
het ‘klaslokaal ’ van Lincy Zwartkruis.
In het gewone schoolleven
onderwijsassistent bij de bovenbouw, nu
geeft ze ‘les’ aan Iris, Teun, Rik en
Jop.
Het is even pauze. “Jullie kunnen nu
even spelen en dan gaan we vóór de pauze
10 minuten lezen. Kiezen jullie een
boek uit?” De vier rennen eendrachtig
richting leeshoek. Maar Teun zorgt voor
een aangename wending. Hij stoeit met
kaarten van het spel Wat Ben Ik? Een
hilarisch spel waarin je de gekste
vragen kunt stellen. Juf Lincy voelt de
sfeer moeiteloos aan. Het spel is ook
leerzaam. Er komen nog momenten genoeg
om een boek open te slaan. De
enthousiaste onderwijsassistent Lincy
Zwartkruis is een fiets.
Kinderen
moeten hun energie kwijt. Tijd om de
deur te openen voor de speelplaats. Tijd
voor een gesprekje met GuG. Vrij van
school is feest. Vakantie. Lincy en de
vier leerlingen zien het anders.
Wellicht hebben deze kinderen het veel
gezelliger dan thuis. En rustiger, zo is
haar gedachte.
Bizar, gezellig en uitdagend.
Kernwoorden die bij haar spontaan
opkomen. Ze denkt vooral aan al die
ouders en verzorgers die naast hun
dagelijkse werk kinderen onderwijs
moeten geven. En vooral de onzekerheid,
zegt ze. Hoe lang gaat dit duren.
Niemand kan het zeggen. “Maar we houden
de moed er in hoor.” Buiten staan 4
kinderen te popelen om met haar te
basketballen.
|