Vanaf 1 april
zwelt ons durp stevig aan met tijdelijke
inwoners. Mensen die dan graag ien ons durp
willen wonen, recreëren en boodschappen doen.
Wat trekt ze naar Gendt? Om antwoord te krijgen
zoekt GuG deze mensen op. In hun caravan, tent
of camper op Camping Waalstrand van Roger
Cornelissen en Anciëlla Tap.
Keuvelen met Gerda Peeters en Jan Prijs
Ze staat al
geruime tijd op GuG’s keuvellijstje. Een
toenmalige Gendtse kleuterjuf uit de jaren
zestig als jarenlange gast van Camping
Waalstrand. De plek heeft geen nummeraanduiding,
maar tegenover het sanitairgebouw staat hun
caravan met een oranje auto, zo wijst Anciëlla
me de weg. Al lopend vorm je een beeld van een
kleuterjuf uit de jaren zestig. Zal niet meer zo
piep zijn, gaat door mijn hoofd. De
kentekenplaat van de auto geeft Nieuwegein aan.
De bezoeker hoort gestommel in de voortent. Het
signaal om verder op onderzoek te gaan. Een man
wacht me op. Jan Prijs, zo stelt hij zich voor.
“Gerda, kom eens. Er is iemand voor jou.” Een
paar seconden later komt een licht gebruinde
vrouw uit de caravan. Het vooringenomen beeld
ligt aan duigen. Korte broek, zomers truitje,
gouden slippers en donker haar. Niks oude dame,
wel op een leeftijd van 87 jaar. Een scootmobiel
onder een kleed en pillendoosjes op tafel
vertellen de keerzijde.
|
Ons gesprek gaat
meteen terug in de tijd. Ze praat voluit, want
haar kleuterschool én Gendt zijn meer dan
geschiedenis. Het is deel van haar leven. Van
toen en nu. De jaartallen worden soms door
elkaar gehaald, maar de verhalen zijn kostelijk
én verrassend. In 1965 kwam de Utrechtse naar
Gendt om hoofd te worden van de kleuterschool.
Een school met 8 klassen. Leiding geven,
administratie, budgettering, salaris en ook voor
de klas staan met veertig kleuters. Plus sturing
geven aan 2 kwekelingen, zegt ze met trots. Dat
waren nog eens tijden.
|
Wat voor een
juffrouw was u, vraagt de bezoeker voorzichtig.
Haar gezicht verraadt dat de grijze cellen
moeten werken om het juiste antwoord te kunnen
formuleren. Haar man (80) kijkt benieuwd. Veel
ouders dachten dat ik een strenge juffrouw was,
zegt ze. “Dat kwam eigenlijk vooral omdat ik
zwarte haren had. Veel langer dan nu.” Ze
strijkt met haar tengere vingers door de haren.
De handen gebruikt ze tijdens ons gesprek
veelvuldig om woorden te ondersteunen met
heftige gebaren.
|
De toenmalige
kleuterjuf verstaat de kunst om wat ze vertelt
met gebaren beeldend te ondersteunen. Emoties
zijn te herkennen aan haar gezichtsuitdrukking.
Streng? Berusting zegt haar gelaat. Ze kijkt Jan
aan. “Ik vind dat ik helemaal niet streng was.”
Consequent, gooit de bezoeker vragend in het
gesprek. Gerda knikt. “De kinderen mochten in
mijn klas op zijn tijd heerlijk keten.” Dollend
met de voetjes op de schoolbanken was zelfs geen
probleem. De beeldvorming wordt met enthousiaste
handgebaren aangedikt. Totdat ik in de deur
stond. Ik hoefde dan niets te zeggen, zegt Gera
op beslissende toon. “Dan was het meteen stil.”
De Gendtse kleuters wisten dat het keetfeestje
afgelopen moest zijn. Anders zouden ze het aan
de stok krijgen met juffrouw Peeters.
|
Op 35-jarige
leeftijd kwam ze naar Gendt. Daarvoor had ze
gewerkt in Amsterdam en op Ameland waar ze een
nieuwe school had gesticht. Gendt kwam bij de
Utrechtse vrijgezel in beeld omdat ze hier als
onderwijskracht meer kans had op het kopen van
een woning. Het werd een nieuwbouwwoning in de
Bernhardstraat.
Als hoofd van een
katholieke kleuterschool in Gendt trouwde ze met
de protestantse Jan Prijs uit Utrecht. Ook een
verhaal apart, leg ze uit. Een notabele
inwoonster van het overwegend katholieke dorp
hoort geen ruzie te maken met het bisdom. Een
houding die typerend is voor haar karakter. Ze
laat zich niemand de les lezen, want ze trouwt
toch. In Utrecht en ze laat haar klas
meegenieten.
Eind jaren 70 komt
er een eind aan haar loopbaan in het onderwijs.
Dokter Baselier zei dat ze vanwege een hoge
bloeddruk minder werk op haar schouders moet
nemen, vertelt Gerda gebarend. “Maar dat ging
niet. Ik vond het onderwijs veel te mooi om het
rustiger aan te doen.” Totdat ze werd afgekeurd.
Ze had destijds geen besef dat de kleuterschool
de basis zou zijn van een bijzondere band met
Gendtenaren en Camping Waalstrand. Jan Prijs
mengt zich in het verenigingsleven.
Carnavalsgezelschap de Gentenarren had hem graag
gezien als prins carnaval, maar Jan kon dat niet
combineren met zijn baan in Utrecht. En op een
haar na was hij schutterskoning geworden, zegt
hij met een trotse lach.
Nu wonen ze in een
appartement in Nieuwegein. Uitkijkend op de
drukke snelweg A12. Echter, van maart tot
oktober is Camping Waalstrand hun thuis,
uitkijkend op de drukke vaarweg de Waal.
Gendtse namen, ontmoetingen en gebeurtenissen
van heden en vroeger passeren de revue alsof het
een durps gesprek is van Gendtenaren onder
elkaar. Ze gaan regelmatig op de koffie bij
Gendtse vrienden. Eén echtpaar wil Jan In het
bijzonder noemen. Gerard en Loes Bookelmann als
toenmalige buren. Ze zien elkaar bijna
wekelijks. Jan helpt ze met het tuinonderhoud.
Tijdens ons
gesprek komt er soms een Gendts woord
tussendoor. Zo ook wanneer de kleuterjuf een
verhaal vertelt over een kaalgeschoren meisje
die ’s morgens in de klas komt met een muts op.
Ze wil het niet afdoen. Uit schaamte, ze had
last van lúús, weet Gerda zich nog te
herinneren. Op school heeft ze het dialect nooit
gestimuleerd, zegt ze desgevraagd. Op school
hoor je algemeen beschaafd Nederlands te leren.
Het echtpaar is
aan Gendt verknocht. “Ik eet nóóit meer kersen
uit de winkel.” Gerda stond er in het begin iets
anders in. De vrijgevochten stad Utrecht was
anders, zegt ze dan het ‘boerse dorp’.“ De
mensen hielden elkaar goed in de gaten en wisten
alles eerder en beter.” Ook de samenhang is haar
altijd bijgebleven. “De mensen waren bereid om
elkaar te helpen waar nodig was.” Ze was in de
straat een van de weinigen die een auto had. De
‘oudjes’ waren altijd dankbaar als ik ze ergens
heen kon brengen, zegt Gerda.
En nu is ze zelf
oud en broos. Behalve hoge bloeddruk heeft het
lichaam pijnlijke gebreken. Hoe lang het Gendtse
sprookje nog kan duren, is voor Gera en Jan de
vraag. Per jaar wordt bekeken of ze in staat
zijn om hun tweede thuis op Camping Waalstrand
te handhaven. |