Brandweer
zijn betekent veel, heel veel oefenen.
Elke gewone maandag rukt de Gendtse
brandweer uit naar een oefenlocatie.
En als het even kan, graag naar een
vreemde plek.
Ien het ech motte we soms ok zúke, weten
de glimlachende organisatoren.
Brand bij Sportpark Walburgen, een klein
gebouwtje dichtbij open water, zo luidt
de melding.
En opschieten, de melder is behoorlijk
overstuur.
Onbekend of en hoeveel slachtoffers er
zijn.
Een klein gebouwtje bij open water, een
beetje Gendtenaar denkt in de haast al
gauw aan de kanovijver.
Niks er van.
De kiosk van zwembad Walburgen.
Wanneer de bluswagen met een omweg ter
plaatste komt treffen ze buiten de
afgesloten poort een overspannen
badmeester Willy Evers aan.
De frituurpan heeft vlam gevat en zien
èèthuuske sté vol met rook.
Er is één persoon binnen, denkt hij.
Het
oefencircus kan beginnen, maar wel
coronaproof.
De brandweerploeg is in tweeën gedeeld.
Beide ploegen rukken uit voor dezelfde
oefening.
De badmeester mag twee keer doorgedraaid
optreden.

In beide oefeningen ligt er buiten een
slachtoffer te miepen.
Beide keren treffen ze een verhitte
gasfles aan. Heet zegt het papiertje.

Brandslangen rollen uit.
Beide keren wordt slachtoffer ‘Annie’
uit de rook gesleept.

Ze moet gereanimeerd worden.
De redder is blij als hij een
‘persfotograaf ’ voor zich ziet staan.
Hij drukt nog een keer.
Oefening geslaagd.

|