Zo’n
tien jaar geleden zijn vrijwilligers van
Repair café Gendt begonnen om spullen
gratis te repareren. Een gift in de
fooienpot is al voldoende. Wij kunnen
bijna alles maken, is de lijfkreet Een
nieuwe rits inzetten, of een elektrische
boormachine weer aan de praat krijgen,
niets is de naaisters en techneuten
vreemd. Alles moet wel gebracht worden.
Reparaties aan huis is niet de
bedoeling.
Er wordt
gelachen en gemompeld, hoe krieg ik dat
klèpke nou los. Stap voor stap gaan ze
de diepte in. Het licht wordt er nog
dichterbij gehaald. Schroevendraaiers
klikken. Stemmen overroepen elkaar.
“Jeetje, dit ding is pas van 2001 en nou
ligt het al hier um gereparierd te
worden.” De ‘monteur’ ziet het al.
Koolborsteltjes versleten. Techneuten
met uiteenlopende ervaring werken aan
tafel.
Even verderop is de naaitafel.
Wilhelmien Schennink komt geknipte
vlaggetjes brengen met het verzoek om er
één slinger van te maken. Wij kunnen
alles, lacht Dinie Arts. “Behalve een
nij’je rits zetten ien een jas van hele
dikke stof. Die passen nie onder onze
naaimachines.”
Naast
reparaties zijn de vrijwilligers altijd
in voor de klets. Gezelligheid staat in
goud geschreven. Repair café Gendt is
elke laatste woensdag van de maand van
10.00 tot 12.00 uur in Hof van
Breunissen.

Landelijk
De
discussie wordt landelijk steeds ruimer
over het repareren van alledaagse
consumptiegoederen. Kapot, dus nieuw
aanschaffen was het motto. Er is een
kentering. In de Nederlandse
reparatiesector zin Repair Cafés in
opmars.
“Deze vrijwilligersinitiatieven zijn
fantastisch om meer draagvlak voor
reparatie te creëren”, zegt Martine
Postma, directeur van Repair Café
International. “In het Repair Café
ervaar je dat reparatie mogelijk is, dat
het helemaal niet moeilijk hoeft te zijn
en dat het leuk is bovendien. Maar om
reparatie echt een centrale plaats in de
samenleving te geven, is meer nodig.”
|