Over
het voorkomen en verwijderen van
zwerfafval heeft iedereen wel een
mening. Er zijn een fiks aantal
gemeentelijke, commerciële en
vrijwilligers organisaties die zich op
één of meerdere manieren bezighouden met
zwerfafval. Lingewaard heeft geen
organisatie, maar ons durp heeft wel
drie kanjers die zwerfafval rapen. Los
van elkaar en met een eigen werkwijze,
maar met dezelfde motivatie. Jan
Meeuwsen, Ben Zweeren en Ger Stokman
willen een schoner durp.
Jan
Meeuwsen is al 15 jaar actief. De media
weet hem vaak te vinden. Omroep
Gelderland was de laatste in de rij. Op
9 november dring hij met zijn betoog
door de Gelderse huiskamers.
Bijgenaamd
de polderstofzuiger heeft hij al 51.000
blikjes en flesjes opgeraapt. Maar er
zijn meer durpstofzugers. Een gesprek
aan tafel. Met durpse gastvrijheid met
koffie en koek.
En het
helpt geen donder, zegt GuG uitdagend om
het gesprek op gang te brengen
Zwerfafval en gedumpt afval lijkt een
normaal beeld te zijn geworden. In de
polder, maar ok op straot. De moed mot
je toch ien de schoene zakke? De
gesprekstafel is unaniem. Nee dus,
doorgaan. Maar er is wel een
gezamenlijke boosheid en frustratie te
horen. Ger vat de emotionele stemming
samen. Het is te triest voor woorden dat
ze een probleem proberen op te oplossen
die mensen zelf creëren.
Het
gesprek is te verdelen in vier groepen.
Bij het
laatste punt te beginnen. Het is een
dealerplek, zo weten ze alle drie met
overtuiging. Behalve zwerfafval worden
er patronen van lachgas en drugszakjes
gevonden. Tja, afval. Maar er gebeurt
meer ien het donker. Zelfs condooms
liggen er, weet een van de mannen.
Polder
De doorlaat in de polder is favoriet
voor het genieperig dumpen van grofvuil
en tuinafval. Bijna wekelijks moet de
gemeente in actie komen. De pakkans is
gering. De boa of politie moet een dader
op heterdaad betrappen, weet Meeuwsen.
“Zet er maar camera’s neer,” roept Ben
Zweeren met boosheid.
Dat het
dumpen minder wordt, zien de mannen niet
zitten. Zeker als de gemeenteraad
goedkeuring geeft om het aanbieden van
de kliko met restafval, met 4 euro te
verhogen. Ben verheft zijn stem. “Je
vraog je dan toch ook echt af, waor zien
ze op ut gemeintehuus mee bezig.”
Met deze
emotie haalt Ben de problematiek langs
de Waalstrand aan. In de zomer zijn er
tal van groepen, merendeel jongeren, die
het strand verkiezen om te chillen, te
barbecueën en te drinken. “Wij ginge
vroeger aon de Waol ok barbecueën, maar
name naor afloop de rommel wel mee naor
huus.” De tijden zijn veranderd ziet ook
Ben. Ze drinken wel een krat bier leeg,
maar de krat met lege flessen terug mee
naar huis nemen is voor ze kennelijk te
moeilijk. En daar heeft Jan Meeuwsen een
iets andere mening over. Hij heeft een
keer aan de Waal 2 kratten met
bierflesjes gevonden. Eén krat was met
lege flesjes het ander krat voor de
helft met volle flesjes.
Lege
blikjes en flesjes blijven ook onze
achtertuin tarten. En dan niet alleen in
de zomer, verklaart Jan met verbazing.
Het is een probleem van het hele jaar
door. Ook hier is handhaving een lastige
klus.
Ger
Stokman trekt het breder. Hij struint
veel over schoolroutes. Hij ziet dat
bermen bezaaid liggen met blikjes en
plastic. De mannen zijn het met elkaar
eens. Het ligt aan de opvoeding. Ouders
moeten in ieder geval het goede
voorbeeld geven.
Tijdens
het gesprek komen tal van oplossingen
ter sprake. Van gemeentelijke
voorlichting tot meer handhaving en van
statiegeld op blikjes en plastic flesje
tot aandacht voor zwerfafval op De
Vonkenmorgen en de Tichelaar.
Ger Stokman komt met het idee om samen
met inwoners door het dorp te lopen om
zwerfafval op te ruimen. Bijvoorbeeld
maandelijks op een vrijdag of zaterdag.
|