Vincentiusvereniging
Gendt met dertig actieve broeders is
gestopt met het dragen bij uitvaarten.
Tijdens de jaarvergadering van 13 maart
dit jaar is hiermee ingestemd. De
‘bedrijfskleding’ krijgt een Poolse en
deels een lokale bestemming.
In het
nieuwe Parochie Centrum Gendt is de
inzameling. Ruim veertig pakken met
gilets, handschoenen en natuurlijk de
kenmerkende zwarte hoge hoeden worden
bijeengebracht.
Hier ligt
een brok Gendtse geschiedenis, verzucht
secretaris Ger Stokman. Hij herinnert
aan de historie. De 2e vergadering was
op 9 september 1849. We stoppen niet,
verzekert president John Lentjes. De
Gendtse Vincentianen blijven zich
inzetten voor maatschappelijke
dienstverlening, zoals ondersteuning
voor hulp bij stille armoede ien ons
durp.
Het dragen was de belangrijkste
inkomstenbron, maar nabestaanden willen
het tegenwoordig liever zelf doen.
Tijden veranderen, zegt penningmeester
Nico Bolder op begrijpelijke toon. Wij
hebben het besluit genomen door
maatschappelijke omstandigheden, voegt
president John Lentjes er aan toe.
De pakken
druppelen binnen. Het laatst heeft
Vincentius gedragen bij de uitvaart van
Jan Elltink. Bijna zestig jaar lid,
mijmert de president.
Ondanks
het stoppen heerst er geen
mineurstemming. Anniemarie Buurman vouwt
de kostuums op om in verhuisdozen te
stoppen Hilariteit. Ze stuit op een
originele billentikker. “Ok die gé naor
Pole.” Ze bedoelt de Poolse parochie
Bezvzecze die ook het
orgel van de Martinuskerk heeft
gekregen.
Maat 42 roept Lentjes. En dan gaan in
het zaaltje van Parochie Centrum Gendt
namen van Gendtse lieden de ronde.
Bekend van carnaval. Zou je dat wel
opschrieve, is de vraag. Allich, vur
René Kregting en Dick Vermeulen wordt
bedrijfskleding van Vincentius apart
gehouden. Inclusief twee zwarte hoge
hoeje.
|