De
Dolle Dagen lopen op zien eind.
Voor de allerkleinsten
organiseren De Waskniepers ook
dit jaar weer de bekende
kindermiddag. Een dolle
zottenbende in zaal Providentia.
Flikkerende discolampen.
Snuutjes dansen fanatiek zoals
ze op een groot beeldscherm
kunnen volgen.
Het hoofdprogramma. Van Links
naar rechts, kinderdansjes,
sterrendansen, vlug en héél
vlug, alles is de revue
gepasseerd. Een
aaneenschakeling van groot
plezier vur de allerkleinsten.
De
middag wordt bezocht door de
allerkleinsten, gaf de
aankondiging aan. Wordt bezocht
door de allerkleinsten? De
allergrootsten stonden als
‘oppas’ aan de zijlijn. Zijlijn?
Ze hingen aan de hangtafels. Met
chips vur de snuutjes en bier
uut de tap van Providentia.
GuG prúúf de zijlijnsfeer. Ik
stuit op een senator. De groep
van senioralen wordt uutgebreid.
Vijf raadseden stoppen en worden
senator. Wij ienvestere ien fris
bloed, schreeuwt de ervaren
senator boven de discomuziek uut.
“We hebben een mooi carnaval,
jammer dat we vur de mȏndag nog
niks hebben.”
Coup
Ssssst, de ouwe senatoren vule
zich sterk worden en zien wat
van plan. “Wij plegen ’n coup.”
Een coup? Het gesprek eindigt.
Opa senator gé ien de menigte
zien kleinkiend opzuke. Wat gé
er volgend jaor gebeure? De
kiendermiddag van de Waskniepers
blief. |